Sinds 2022 huren we een serre in Ranst van 8000 vierkante meter. Dankzij de serre kunnen we jaarrond groenten telen.

Van omschakeling naar biologisch

We startten de omschakeling naar biologisch in 2022. Het eerste jaar hebben we een groenbemester in de serre gezet om de grond te herstellen na een intensieve gangbare teeltperiode. In februari 2024 werd de serre volledig biologisch. Ondertussen blijven we inzetten op de bodemkwaliteit en het bodemleven. 

Veel voordelen

Een serre heeft veel voordelen voor lokale groenteproductie. Omdat de gewassen beter beschermd zijn tegen wind, regen en vorst kunnen we jaarrond groenten telen. In de lente en herfst zorgt de serre er ook voor dat we langer en vroeger primeurgroenten kunnen oogsten. 

Een serre heeft ook voordelen tegenover plastiek tunnels. Door de grote luchtmassa en het glas houdt een serre veel beter de warmte vast en is de luchtvochtigheid lager. Vooral in de winter kan een hoge luchtvochtigheid zorgen voor allerlei ziektes bij de gewassen. 

In een serre is de teeltplanning en -sturing ook veel gemakkelijker. De weersinvloeden zijn kleiner waardoor het gemakkelijker is om in te schatten wanneer de groenten oogstklaar zullen zijn. Bovendien kunnen we water geven en luchten via de ramen wanneer de groenten past, waardoor ze optimaal kunnen groeien. 

Koude kas

De serre wordt niet verwarmd. ‘s Winters kan het er dus ook vriezen. Daarom telen we er enkel groenten die tegen een graadje vorst kunnen. Als het echt hard vriest, wat de laatste jaren amper voorvalt, kunnen we ook nog vliesdoeken leggen om de gewassen te beschermen. Uit ervaring weten we ondertussen dat het ‘s nachts langere tijd meer dan min vier graden moet vriezen vooraleer het ook in de serre echt vriest. De bodem in de serre geeft aan het begin van koude periodes namelijk veel warmte af waardoor de serre lang warm blijft. 

Zuiderse gewassen

In de zomer kunnen we in de serre zuiderse gewassen telen zoals aubergine en paprika. Omdat we vooral groenten willen oogsten uit de serre wanneer er in de buitenteelt weinig productie is, hebben we de serre minder nodig in de zomer. We kunnen de serre tijdens de zomermaanden, in tegenstelling tot de agro-industriële tuinbouw, vrij extensief gebruiken. We telen er dan groenten die houden van veel warmte, weinig onderhoud vragen en redelijk veel plaats innemen, bijvoorbeeld zoete aardappel en een vlakke teelt van meloen. Uiteraard telen we op een kleine oppervlakte ook heerlijke tomaten. We kiezen de biologische rassen met de beste smaak en het verschil met supermarkttomaten proef je!

Natuurlijke vijanden

Omdat een serre een afgesloten omgeving is, kunnen de natuurlijke vijanden van plaagbeestjes ook moeilijk in de serre geraken. We proberen ze zoveel mogelijk aan te trekken door vaste kruiden aan te planten waarop ze kunnen overwinteren en allerlei bloemen in de serre te planten. Zo trekken we onder andere zweefvliegen aan, waarvan de larven bladluizen eten. Sommige natuurlijke vijanden zetten we ook uit, om er zeker van te zijn dat plagen onder controle blijven.